donderdag 3 juni 2010

Parkeren

We horen met enige regelmaat dat onze dames en heren politici zich erover verbazen dat wij, burgers, nog maar zo weinig vertrouwen hebben in onze overheid. Mij verbaast het dat onze politici dat zo verbazend vinden.
Ik denk dat de burger de afgelopen, pakweg, dertig jaar in toenemende mate het gevoel heeft gekregen dat hij/zij er is voor de overheid in plaats van andersom. In plaats van zich druk te maken over ons welzijn, hebben onze politici een systeem gecreëerd waarin wij geacht worden hun welzijn in stand te houden. Het grote bedrijfsleven is aan alle kanten bevoordeeld door privatisering van instellingen die het algemeen welzijn beogen en intussen wordt de burger aan alle kanten uitgeknepen - zowel door die inmiddels almachtige bedrijven als door de overheid zelf.
Ik neem als een voorbeeld waarmee ikzelf onlangs weer eens ben geconfronteerd de parkeerboetes, die tegenwoordig onder het kopje 'belastingen' vallen. Dat is op zich al merkwaardig, want een 'belasting' is een bron van inkomsten voor de overheid. Als boetes voor verkeerd bedrag onder die noemer worden gerangschikt, betekent dat de overheid het betreffende bedrag feitelijk wenst te stimuleren. Meer 'belasting' betekent immers meer inkomsten voor de overheid.
Los daarvan vind ik, als burger, dat de sanctie die de overheid oplegt voor foutief gedrag in overeenstemming dient te zijn met de ernst van de gemaakte overtreding. Zelf vond ik vandaag een bonnetje voor 'parkeerbelasting' onder mijn ruitenwisser ten bedrage van 51,70 euro, voor een overschrijding van de toegestane parkeertijd met 45 minuten, waar het uurtarief 1,71 euro bedraagt. Daar is de verhouding naar mijn gevoel totaal zoek.
Misschien wordt het tijd dat wij ons, als burgers, verenigen tegen dit soort uitbuiting en ervoor zorgen dat gemeentes hun ingezetenen niet langer als melkkoeien behandelen die alleen maar goed zijn om inkomsten in de gemeentekas te laten vloeien. Een antiparkeerbelastingpartij zou bij raadsverkiezingen wel eens hoge ogen kunnen gooien...

dinsdag 18 mei 2010

Fatsoensregels in de journalistiek


Er was eens een tijd dat de Nederlandse journalistiek prat kon gaan op haar fatsoen, een zielige uitzondering als de Telegraaf daargelaten.
In de bijna dertig jaar dat ik als dagbladjournalist heb gewerkt, had ik slechts zeer sporadisch het idee dat ik me moest schamen voor mijn beroep. Helaas dalen de vaderlandse verslaggevers vandaag de dag echter af naar een steeds bedenkelijker peil.
De Telegraaf, altijd in de frontlinie te vinden als journalistieke fatsoensregels met voeten worden getreden, beet het spits af met een 'exclusief' telefonisch interview met het kind dat als enige de recente vliegramp in Libië overleefde. Dat ging zo veel lezers van de krant te ver dat de hoofdredactie enkele dagen later met een schijnheilige verontschuldiging op de proppen kwam, waarin de schuld werd gelegd bij de Lybische arts die de arme Telegraafjournaliste 'onbedoeld' met het kind had doorverbonden. Nogal een gotspe, in ouderwets Mokums gesproken. Als het echt zo onbedoeld was had de hoofdredactie er natuurlijk gemakkelijk voor kunnen kiezen om het gesprekje niet af te drukken.
Daarna had je de ophef over de buitenechtelijke affaire van de staatssecretaris van Defensie. Dat leidde tot het aftreden van de man in kwestie, wellicht niet geheel ten onrechte, niet alleen omdat hij gekeesd had met een ondergeschikte, maar ook omdat hij blijkens reacties uit legerkringen voor zijn functie om te beginnen totaal ongeschikt was. Hoe het ook zij, dit gewroet in het privéleven van mensen geeft mij als ex-journalist toch nog altijd een wat vieze smaak in de mond.
De laatste journalistieke escapade van mijn voormalige collega's slaat echter alles. Er schijnt dezer dagen een nieuw 'politiek' tijdschrift op de markt te zijn, Binnenhof geheten, dat op gezag van hoofdredacteur Marc van der Linden, die met het oog op zijn corpulentie klaarblijkelijk al jaren niet meer achter zijn bureau vandaan is geweest, de vuilnisbak van D66-leider Pechtold heeft nageplozen. De man vergeleek de actie van zijn verslaggevers met onderzoek van Nova in het oud papier van een ministerie, zonder klaarblijkelijk te beseffen dat dat echt iets heel anders is. Daarna kwam hij met het verhaal dat uit het exclusieve wroetwerk van zijn journalisten zou blijken dat het kind van onderwijsminister Rouvoet veel zou spijbelen - alsof dat ook maar iemand iets aangaat. Hij verdedigde zich met de constatering dat 'de grenzen in de journalistiek nu eenmaal verschuiven'. Ja, als je ongemanierde vetzakken als Van der Linden hun gang laat gaan wel.
Het vod van een blad waarvan hij zich hoofdredacteur noemt blijkt een uitgave te zijn van Weekend en HP/De Tijd. Van een roddelblad als Weekend verwacht je misschien niet beter, maar HP/De Tijd bewijst met deze nogal letterlijke opvatting van 'riooljournalistiek' mijn stelling dat van kwaliteitsjournalistiek in Nederland steeds minder sprake is...

woensdag 21 april 2010

Atlantic City

Atlantic City lijkt verdacht veel op Scheveningen, alleen is zijn achterland geen bekakte residentie als Den Haag, maar de moerassige grond van New Jersey, de minst pretentieuze van de oostelijke Verenigde Staten. De plaatselijke bouevard heet de Boardwalk, wat een merkwaardige naam is, aangezien een boardwalk geacht wordt uit planken te bestaan waar men zich onder kan begeven, als we althans het lied 'Under the Boardwalk' en talloze films en tv-programma's mogen geloven.
Atlantic City heeft zeker pretenties, maar slaagt er op aandoenlijke wijze steeds net niet in die waar te maken. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de voornaamste bron van inkomsten voor de hotels die in meerdere of mindere mate uitkijken over de strandkust: gokken. Elk hotel beschikt over tenminste een verdieping die geheel en al gevuld is met gokautomaten en speeltafels voor roulette, dobbelspel en kaartspelen.
Aangezien de hotels hun inkomen vooral halen uit de beurzen van de armen van geest die menen hun slag te kunnen slaan aan een van de ontelbare altaren van Vrouwe Fortuna, zijn de kamerprijzen verrassend laag - wie genoeg dollars verspeelt aan de goktafels komt zelfs in aanmerking voor een gratis verblijf.
Zelf verbleef ik tijdens mijn weekeinde in Atlantic City in Caesar's Palace, het kleine broertje, veronderstel ik, van deze beruchte tempel der slechte smaak in Las Vegas. Een surrealistische ervaring, voorwaar. De lobby wordt bewaakt door een meer dan levensgroot standbeeld van wat ongetwijfeld een Romeins keizer moet voorstellen. Men vraagt zich af hoeveel van deze quasi-klassieke kitsch daadwerkelijk besteed is aan de grotendeels Amerikaanse clientele van het hotel. Zelf vermoed ik dat de Caesar uit de naam ervan nauwer verwant is aan de Little Caesar uit Hollywood dan aan de opvolgers van de oude Gaius Julius aan het begin van onze jaartelling...

vrijdag 12 maart 2010

Wisselsponsor voor Sven

Is het niet merkwaardig hoe onze nationale held Sven Kramer twee 'zekere' gouden medailles verspeelde op de Olympische Winterspelen? En is het niet opmerkelijk dat in beide gevallen sprake was van overduidelijke fouten van zijn coach(es)?
Op de 10.000 m stuurde Gerard Kemkers hem de verkeerde baan in, alsof Sven zelf niet in de gaten kon houden wanneer hij van baan moest wisselen. Om met NOS-analist Bart Veldkamp te spreken: voor een schaatser is dat hetzelfde als ademhalen.
En op de ploegenachtervolging ging het coachescollectief, onder wie dezelfde Kemkers, opzichtig in de fout met de taktiek tijdens de halve finale tegen de VS.
Natuurlijk kan het in beide gevallen een noodlottig toeval zijn geweest dat Sven het goud onthield.
Maar oplettende tv-kijkers hebben ongetwijfeld de in het oog springende tv-reclames van het energiebedrijf gezien dat onze beste schaatser sponsorde en dat zijn klanten kortingen beloofde voor elke gouden medaille die Sven mee naar huis zou nemen.

Ik vraag mij af: zou het een niet kunnen samenhangen met het ander?

Ik kan mij voorstellen dat iemand in - pakweg - de raad van commissarissen van het betreffende energiebedrijf had geconstateerd dat de kortingen die drie gouden medailles zouden opleveren, te zwaar zouden drukken op de winstverwachting van het bedrijf en derhalve gemor onder de aandeelhouders zouden veroorzaken. We weten allemaal dat in de vrije markt aandeelhouders veel belangrijker zijn dan klanten en zeker belangrijker dan een armzalige schaatser.
En het zou niet voor het eerst zijn dat een omhoog gevallen bedrijfscommissaris de sportieve ambities van gesponsorde individuen of clubs frustreert. Herinneren wij ons niet hoe Philipsblaaskaak Jan Timmer er eigenhandig voor zorgde dat Guus Hiddink PSV de rug toekeerde juist toen hij bezig was de club weer Europese successen te bezorgen?
Wellicht heeft het energiebedrijf zware (mogelijk financiële) druk uitgeoefend op een of meer coaches om de zaken voor Sven in het honderd te sturen.

Ik zeg niet dat het zo is, maar wel dat het mij volstrekt niet zou verbazen...

Het afscheid van Wouter Bos

Die gladjakker van een Wouter Bos op de tv zijn afscheid als PvdA-'leider' zien aankondigen?
Wat een stuntelkop is het toch. Dat gezeur over 'tijd voor zijn gezin', daar zakt je broek toch van af? Wedden dat hij een overbetaald baantje in het bedrijfsleven gaat aanpakken, bij een bank of zo? Dat is wat ex-ministers van Financiën plegen te doen.
Bij de PvdA hoeven ze over zijn vertrek niet rouwig te zijn. Hij was als 'socialist' al even ongeloofwaardig als die Nijenrode-kloon van een Wim Kok.
Als je dan de argumenten ziet die hij verder aandraagt (strijd tegen vergrijzing, dreigende sociale wanorde, milieu- en klimaatproblematiek) wekken die nogal de indruk dat hij ermee uitscheidt omdat het hem allemaal te moeilijk dreigt te worden. Wat een slapjanus!
Gaat Job Cohen het beter doen? Dat lijkt mij zeer de vraag. De PvdA is al 20 jaar het spoor compleet bijster en ik zie niet hoe ze weer op het rechte pad kunnen geraken. Misschien dat Cohen bij de komende Kamerverkiezingen wat twijfelende potentiële PvdA-stemmers over de streep kan trekken, maar dat zal nauwelijks van doorslaggevend belang zijn. Ware socialisten stemmen al jaren niet meer op de quasi-liberale regentenclub die de PvdA is geworden.